Cateraar Eurest en civiele bouwer Mobilis ontvingen dinsdag 30 mei de Social Return Award 2017 en de Social Return Innovatie Award 2017, uit handen van wethouder Struijvenberg (wethouder Werkgelegenheid en Economie van gemeente Rotterdam).
De twee bedrijven kwamen op het gebied van social return als best presterende uit de bus en werden tijdens een Social Return bijeenkomst in Raaf in het zonnetje gezet.
Duurzaam inkoopbeleid
Social return is een onderdeel van het duurzame inkoopbeleid van de gemeente Rotterdam. De gemeente integreert een social return verplichting in al haar overeenkomsten met leveranciers: een tegenprestatie om bedrijven aan te sporen tot een investering in Rotterdammers met een afstand tot de arbeidsmarkt.
In het zonnetje
Maarten Struijvenberg, wethouder Werkgelegenheid en Economie: ‘Met de uitreiking van deze awards zetten wij bedrijven in het zonnetje die veel inzet op social return hebben gepleegd. Social return is belangrijk voor de stad en het is belangrijk dat ook andere bedrijven en instellingen, groot of klein, worden gestimuleerd om te investeren in social return.’
Zo investeerde cateraar Eurest afgelopen jaar maar liefst 1,3 miljoen euro in Rotterdamse werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Eurest levert de catering voor de gemeente Rotterdam op alle kantoorlocaties en heeft over de laatste contractperiode voor de hoogste waarde aan Social Return ingevuld. Ook zetten zij veel kandidaten in met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Denk hierbij vooral aan de inzet van Wajong, WSW en bijstandsgerechtigden.
Innovatie award
Mobilis is aannemer op het traject Hoekse Lijn. Zij hebben hun verplichting ingevuld door een eigen begeleidingsbureau in te zetten om de grote onderaannemers samen met de gemeente Rotterdam wegwijs te maken in social return. Zij hebben zich in het bijzonder ingespannen voor werkzoekenden uit Rotterdam-Zuid. Mobilis heeft ingezet op verschillende functies zoals: beveiligers, verkeersregelaars en hekwerkers. In een traject met een groot social return component (30%), hebben lokale medewerkers uit de Sociale Werkvoorziening gewerkt aan het groenonderhoud. Daarnaast zijn er ook nog BBL leerlingen van de opleiding Grond, Water en Wegenbouw ingezet.