Taalachterstand een taboe? Niet bij Rijnmond Bouw

26 augustus 2021

Opleidingsbedrijf Rijnmond Bouw, met locaties in Schiedam en Rotterdam Zuid, is dé plek voor mensen die graag met hun handen willen werken. Achtergrond is niet belangrijk, affiniteit met bouw en motivatie des te meer. Directeur Frank Knotter: “Iedereen krijgt bij ons een kans, ook als je een taalachterstand hebt.”

Frank begint: “Het is dankbaar werk om mensen te begeleiden naar een baan met toekomstperspectief. Als ze laten zien dat ze graag willen, maakt het niet uit wat hun voorgeschiedenis is. Ons uitgangspunt is om enthousiaste medewerkers op te leiden en bij een passend aannemersbedrijf te plaatsen. Voor medewerkers een uitgelezen kans om een duurzame baan te krijgen en voor bedrijven een goede manier om aan toekomstige vakmensen te komen.”

De vraag naar personeel in de bouw is groot. Frank: “Dagelijks spreek ik aannemers die extra arbeidskrachten nodig hebben. Goede mensen zijn bijna niet aan te slepen. En door corona was het vorig jaar extra lastig. Gelukkig is het nu weer aangetrokken en zijn de opleidingen in volle gang. Een opleidingstraject duurt tien weken. Daarin werken we nauw samen met het Albeda College en Technisch College Rotterdam.”

Leerwerkcontract
Na afronding van een opleiding sluit Rijnmond Bouw een leerwerkcontract af met de medewerkers. Op basis van de technische kennis en affiniteit die tijdens de opleiding aan het licht komen, maakt Rijnmond Bouw de match met een bouwbedrijf. Bij wederzijdse tevredenheid neemt dat bedrijf het dienstverband na twee jaar van Rijnmond Bouw over. “Een enkele keer komt het voor dat er geen klik is. In dat geval zoeken we voor beide partijen verder”, vertelt Frank. “We gaan altijd voor een duurzame inzet.”

Social return
“Via scholen en de gemeente kwamen we in contact met leerlingen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zo bouwden we Rijnmond Bouw steeds verder uit. Sinds twee jaar werken we samen met WSP Rijnmond en hebben we een opleidingscentrum met een timmerfabriek. Daarmee voldoen we meteen aan onze social return verplichting. Het gaat heel goed.”

De diversiteit is groot bij Rijnmond Bouw. De leeftijden variëren van 14 tot 59 jaar. Frank: “We zetten ons in voor iedereen die gemotiveerd is. Zo leerden we twee jaar geleden een Eritrese priester kennen. Hij wilde graag metselaar worden. Hij heeft er hard voor gewerkt en het is hem gelukt. Onlangs heeft hij een vast contract gekregen bij Willems Vastgoedonderhoud. Daar krijg ik energie van! Natuurlijk gaat het ook weleens mis, met name bij de ‘moetjes’. Vaak houdt dat nog geen week stand. Gelukkig kan ik daar snel overheen stappen, aan een dood paard ga ik niet trekken.”

Op dit moment werkt Rijnmond Bouw aan een voortraject met Rotterdam Inclusief. Frank: “We gaan voor zoveel mogelijk succesverhalen, ook bij mensen met een taalachterstand of een turbulent verleden. Soms heb ik er een hard hoofd in, dan weet ik niet wat ik met iemand aan moet. Maar in de meeste gevallen pakt het goed uit. Wij brengen mensen discipline en regelmaat bij, zoals dat verwacht wordt bij een baan in de bouw. Iedereen krijgt dezelfde behandeling en pestkoppen worden hard aangepakt.”

Taal is de motor
De belangstelling voor de taallessen is groot. Mensen die nog niet aan de beurt zijn, kunnen zich aanmelden voor een voorschakelprogramma en vervolgens doorstromen naar de reguliere taallessen. Die worden aangeboden door NLtraining en zijn erop gericht dat leerlingen zich in korte tijd goed verstaanbaar kunnen maken en kunnen begrijpen wat er gezegd wordt. Frank: “Dat werkt heel motiverend én het voorkomt gevaarlijke situaties op de werkvloer. Om de lessen kracht bij te zetten, spreken we alleen Nederlands met elkaar, ook onderling en in de kantine.”

“Ik spreek ze er direct op aan als ze een andere taal spreken. Natuurlijk is het moeilijk, vooral als ze net in Nederland zijn. Maar ze kunnen het alleen leren door het te spreken. En omdat iedereen in hetzelfde schuitje zit, hoeft niemand zich te schamen of anders te voelen.”

Trots
Mensen die de taal op de werkvloer spreken zijn productiever en gaan doorgaans met plezier naar hun werk. “Wij weten dat we goed op weg zijn als onze leerlingen in het weekend hun vrienden en vriendinnen mee naar de timmerfabriek nemen om te laten zien wat ze hebben gemaakt. Ik voel de trots als ze bij ‘hun’ schuurtje of dakkapel staan. Ik heb dat zelf ook; de gebouwen waaraan ik vroeger heb meegeholpen, zijn nog altijd ‘mijn’ gebouwen.”