Rijnmonds Arbeidsmarkt Perspectieffonds (RAP)

JTF heeft een beperkte focus dan RAP, zowel geografisch als inhoudelijk. JTF richt zich op de energietransitie in de haven, terwijl RAP breder kijkt naar de drie grote economische transities (energie, digitalisering en circulair) en de maatschappelijk cruciale beroepen, en zich richt op de gehele arbeidsmarktregio Rijnmond. Daarnaast onderscheidt het RAP zich van andere arbeidsmarktinstrumenten door zich te richten op het terugdringen van personeelstekorten in de maatschappelijk cruciale sectoren, in plaats van op een specifieke doelgroep van toekomstige (werkzoekende) werknemers. NB. Het is belangrijk dat projectvoorstellen vooraf aantoonbaar worden medegefinancierd met eigen inbreng van de aanvrager (in geld of in tijd). Het is mogelijk om een combinatie van andere subsidies bij te dragen, mits deze niet zijn verstrekt door de gemeente Rotterdam of één van de andere gemeenten uit regio Rijnmond.

Het is en/of.

We willen inclusief werken en zo min mogelijk uitsluiten aan de voorkant. Voor lopende projecten is de financiering echter al geregeld, waardoor het lastig is om de noodzaak van (extra) financiering uit RAP aan te tonen. Het is dan logischer om financiering aan te vragen voor een deelproject of voor concrete aanvullende activiteiten binnen het project.

Als het project aantoonbaar leidt tot minder uitstroom of uitval, kan het in aanmerking komen voor cofinanciering vanuit het RAP.

Als het project aantoonbaar leidt tot minder uitstroom, kan het in aanmerking komen voor cofinanciering vanuit het RAP. Wanneer dit duurzamer perspectief binnen een project betekent dat bestaand personeel een stap vooruit kan zetten in hun carrière, is dit onvoldoende, omdat dit niet direct het tekort binnen sectoren/transities vermindert. Wanneer duurzaamheid betekent dat het project voorkomt dat mensen uitvallen (=behoud), dan past dit binnen de scope van het RAP en vinden we dit goed.

Ja, dit is mogelijk indien wordt aangetoond dat er op deze manier personeel wordt behouden c.q. nieuw personeel instroomt (d.w.z. een stage gekoppeld aan een baangarantie)

Taallessen vallen in principe buiten de scope van het RAP, omdat een taalbarrière niet specifiek linkt aan één van de beoogde sectoren of transities. Daarnaast zijn er in de regio andere instrumenten beschikbaar om sec taalachterstanden aan te pakken. Wanneer taal een belemmering is die via een project wordt opgelost en aantoonbaar leidt tot instroom/behoud voor sectoren en/of transities, is het mogelijk om hiervoor cofinanciering aan te vragen via het RAP.

Als het om kortlopende trajecten gaat, waarvan aantoonbare korte termijnresultaten (zoals instroom) zichtbaar zijn in de cruciale sectoren of op de transities, dan kan een oriëntatietraject in aanmerking komen. Voorwaarde is ook dat een baangarantie met een contract van minimaal 12 maanden onderdeel is van het traject.

Als kan worden aangetoond dat dit leidt tot meer mensen in het werkveld (aan het werk gaan) of hen zal behouden, dan zou het in aanmerking kunnen komen voor RAP.

Ja, dat kan.

Ja, het onderwijs is ook één van de maatschappelijk cruciale sectoren.

Er is een verschil tussen maatschappelijk cruciale sectoren en kansrijke sectoren. Kansrijke sectoren zijn sectoren waar op korte termijn veel vacatures openstaan en er duurzaam werk is. Dit geldt ook voor de facilitaire sector. De maatschappelijk cruciale sectoren zijn enerzijds bepaald aan de hand van opgaven en transities waar we als arbeidsmarktregio op langere termijn mee te maken hebben, vanuit Europees/nationaal of lokaal beleid. Anderzijds wordt de toekenning bepaald op basis van de ontwrichtende effecten op de (lokale) samenleving als gevolg van specifieke personeelstekorten, zoals wachtlijsten in de zorg. Het doel van RAP is niet alleen gericht om een specifieke doelgroep aan het werk te krijgen, maar ook om het personeelstekort in die maatschappelijk cruciale sectoren te reduceren. Projecten uit de facilitaire sector worden daar in principe niet meegenomen, tenzij ze aantoonbaar bijdragen aan één van de genoemde transities. Dat betekent niet dat we de facilitaire sector uitsluiten. De facilitaire sector wordt, voor het duurzaam aan het werk te helpen van de doelgroep wel als kansrijk gezien en valt daarom ook onder de reguliere dienstverlening van het WSP Rijnmond.

Een leerwerktraject zien we in de brede zin, dus elke vorm waarin leren en werken gecombineerd worden en waar dit leidt tot werk. Deze trajecten zijn vaak gekoppeld aan opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) of het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het succesvol afronden van een leerwerktraject leidt tot een diploma, deelcertificaat, praktijkverklaring of een andere breed erkende (niet werkgever-specifieke) kwalificatie. Het leerwerktraject leidt ook tot een baan, gekoppeld aan een arbeidscontract voor minimaal 12 maanden in geval van cofinanciering vanuit het RAP.

Naar aanleiding van de opmerkingen uit de consultatiesessie is afgesproken om de termijn uit te breiden naar een arbeidscontract van 12 maanden.

Gemeente Rotterdam heeft besloten het RAP in 2024, 2025 en 2026 met 2.3 miljoen euro per jaar te ondersteunen. Daarnaast houden we vast aan de ambitie om naast het al beschikbare budget nog extra vulling voor het fonds te vinden.

Het aanleveren van de mensen is expliciet geen onderdeel van RAP. Het vinden van voldoende mensen voor het traject is altijd de verantwoordelijkheid van de aanvrager. Let wel, we kunnen altijd meedenken waar binnen het netwerk in de regio een aanvrager terecht zou kunnen om aan mensen te komen.

Als de betrokken werkgevers actief zijn binnen de regio en de verwachte resultaten binnen de regio terechtkomen, dan komt een project meestal wel in aanmerking voor RAP.

Dit is afhankelijk van de specifieke uitwerking van het projectplan. Voor alle aanvragen zal één partij de penvoerder moeten zijn. Bij voorkeur is dit de partij die de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk sluit. Bij een samenwerkingsverband met meerdere partijen binnen één aanvraag dient de opzet van deze samenwerking in het projectplan te worden toegelicht.

Inbreng van eigen vermogen en/of subsidies is toegestaan. Het inbrengen van een andere gemeentelijke subsidie is echter niet toegestaan. Let wel, met de cofinancieringsconstructie in het RAP wordt een hefboomeffect beoogd. Dat wil zeggen, met het aantrekken van vreemd vermogen door middel van cofinanciering, streven we ernaar een hoger maatschappelijk rendement van de inzet van de RAP-middelen te genereren. In de geest van deze redenatie is het niet wenselijk dat de financiering van de aanvrager volledig uit subsidies bestaat.

Het beschikbare budget voor dat kalenderjaar wordt in één keer volledig opengesteld. Daarnaast wordt het fonds vier keer per jaar opengesteld voor aanvragen. Per openstelling wordt de op dat moment beschikbare budget gebruikt.

Nee, de communicatie vindt plaats via de fondsorganisatie. Indien nodig zal de fondsmanager zelf benodigde expertise laten aanhaken. Het is mogelijk om voorafgaand aan de aanvraag een projectvoorstel met het Steunpunt RAP te bespreken, zodat het projectvoorstel kan worden aangescherpt.

Alle betalingen vanuit het fonds zijn exclusief BTW en er mag geen BTW in rekening worden gebracht.

We willen de administratieve lasten zoveel mogelijk beperken. Wanneer door andere financiers al eisen zijn gesteld aan de verantwoording, dan zullen we daar zoveel mogelijk op aansluiten. Daarbij blijft uiteraard wel van belang dat RAP publieke middelen betreft en dat we dus te maken hebben met regels en voorwaarden waaraan moet worden voldaan ter verantwoording.

Het uitgangspunt is dat de verantwoordingslast zo laag mogelijk is. Bij een projectvoorstel is een begroting en dekkingsplan nodig. De afspraken voor monitoring en verantwoording zijn waar mogelijk maatwerk.

Het RAP betreft projectfinanciering met een sterke focus op resultaat. Als het afgesproken resultaat niet wordt behaald dan zal in eerste instantie worden ingezet op nakoming, dat wil zeggen dat er alsnog voldaan moet worden aan de gemaakte afspraken vanuit het projectplan. Mocht dat niet mogelijk zijn, en mochten er geen verzachtende omstandigheden zijn, dan kan ingezet worden op (gedeeltelijke) terugbetaling.